Staatsbosbeheer voert natuurhertstelmaatregelen uit in de Schoorlse Duinen. De komende jaren leggen we de basis voor een veerkrachtig en gezond duinsysteem.
Meer variatie
In een gezond systeem vind je open duin aan de kust en landinwaarts afwisselend vochtige duinvalleien, heide en bos. Op dit moment houden de dichte bossen met hoge dennenbomen aan de kust de wind landinwaarts tegen. Ook hebben de vele bomen het grondwaterpeil verlaagd, waardoor natte duinvalleien zijn verdwenen. In combinatie met de neerslag van stikstof door industrie, verkeer en landbouw, heeft dit voor verruiging van het gebied gezorgd. Dennenbomen en grassen doen het goed, terwijl bijzondere plantensoorten het moeilijk hebben. Grijpen we niet in, dan ontwikkelt zich hier een groot dennenbos met weinig variatie.
Bekijk de video
Wat gaan we doen?
Om wind meer invloed te geven, maken we op verschillende plekken ruimte voor open duin. In de eerste uitvoeringsperiode tot 2022 wordt 2% bos dichtbij zee weggehaald. De duinen komen zo weer in beweging. Het bos dat de dorpen tegen stuifzand beschermt, blijft staan. Dit wordt over een lange periode geleidelijk omgevormd naar een gevarieerder en veiliger loofbos. Ook verwijderen we op plekken in het duin de bovenste humusrijke bodemlaag zodat de heide zich kan verjongen.
Natura 2000
De Schoorlse Duinen behoren tot de weinige plekken in Europa waar het mogelijk is een duinsysteem zo te herstellen dat het op natuurlijke wijze fuctioneert. Dit komt omdat de duinen hoog en breed zijn en een forse omvang hebben. Ze liggen op een overgangsgebied van kalkarme naar kalkrijke bodem. Dit biedt kansen voor een unieke variatie in planten en dieren. Om die reden zijn de Schoorlse Duinen een door Nederland aangewezen beschermd natuurgebied binnen het Europees natuurnetwerk Natura 2000. Het doel van Natura 2000 is de biodiversiteit te bevorderen zodat de verscheidenheid van soorten planten en dieren toeneemt.
Planning
Het project 'Natura 2000 herstel open duinen' is gestart in 2016. De werkzaamheden vinden verspreid over een periode van 18 jaar plaats, in drie perioden van 6 jaar. Tijdens en na elke periode vindt onder leiding van de provincie Noord-Holland monitoring en evaluatie plaats. De resultaten daarvan kunnen invloed hebben op de daarop volgende perioden.